De pest is een zeer besmettelijke ziekte waaraan in de loop der eeuwen miljoenen mensen zijn overleden. Van 1347 tot 1352 overleed maar liefst een derde deel van toenmalige bevolking van Europa aan de pest. De pest werd daarom ook wel de Zwarte Dood genoemd. Maar ook later kwamen nog regelmatige dodelijke pestepidemieën voor.
Tegenwoordig weet men dat deze infectieziekte vooral door bacteriën wordt veroorzaakt. De ziekte werd overgebracht door vlooien van ratten. Mensen raakten door beten van de vlo of door het inademen van geïnfecteerde lucht besmet.
In de 14e eeuw wist men echter niets van dit alles. Toen dacht men dat de pest een straf was van God. Toch probeerde men op allerlei manieren de ziekte te bestrijden. In Milaan gaf de aartsbisschop bijvoorbeeld opdracht de eerste drie huizen die door de pest getroffen werden met bewoners en al dicht te metselen. Zijn bevel werd opgevolgd en de epidemie ging grotendeels aan Milaan voorbij. Zonder te weten hoe de pest werd overgedragen had de aartsbisschop toch een goed middel tegen de verspreiding van de ziekte gevonden: het isoleren of alleen zetten van de patiënten.
Op afbeelding hierboven zie je een voorschrift van de stad Haarlem uit de 17e eeuw waarop staat dat het verhandelen van komkommers, wortels, rapen en pruimen niet meer is toegestaan. Er wordt namelijk gedacht dat het eten hiervan de pest zou kunnen veroorzaken.