Hier zie je een overzicht van de belastingaanslagen van families die in 1715 in de Jacobijnestraat woonden of in de nabije omgeving.
Je ziet een naam, het beroep, de locatie van de woning en vervolgens de aanslag. Deze is in principe verdeeld in guldens, stuivers en penningen, de munteenheden van destijds (in 1 gulden gingen 20 stuivers; in 1 stuiver 16 penningen). De hoogte van aanslag werd in 'hele' guldens vastgesteld.
Hieronder staat uitleg over enkele beroepen die boven worden genoemd:
- Twijnder: iemand die (ketting)garen of zijde met behulp van een twijnmolen dubbelt (van twee of drie draden één draad maakt)
- Commenijs: winkelier die etenswaren en huishoudelijke artikelen verkoopt (kruidenier)
- Commenijhouder: winkelier die etenswaren en huishoudelijke artikelen verkoopt en zout- en zeepkramer
- Uitdrager: een handelaar in tweedehands goederen
- Klopje: een ongehuwde katholieke vrouw
- Rijglijfmaker: corsetmaker
Bron
Familiegeld 1715 Jacobijnestraat
